Vraag het eens aan willekeurig een bestuurder, raadslid of overheidsmanager. Wat zijn de opgaven waar we als overheid voor staan? Klantgericht werken, vergroten van professionaliteit, meer uitvoering en minder beleid zijn, verminderen van bureaucratie, de burger centraal stellen. Grote kans dat één of meerdere van deze antwoorden voorbij komen. Alles in het teken van een betrouwbare, doelmatige, doeltreffende en klantvriendelijke overheid. Wie is hierop tegen? Niemand toch!
Maar waarom dit streven? Natuurlijk, de overheid moet zorgvuldig met het belastinggeld omgaan, moet de maatschappelijke problemen (mede) oplossen, moet iedereen gelijk behandelen. Tegenwoordig doet de overheid dat bij voorkeur samen of in dialoog met de burger. Dit is namelijk ook goed voor het verkleinen van de ‘kloof tussen burger en overheid’. Is dat ook zo? Mmmh, misschien wel maar toch lijkt er ook iets te missen.
Een kloof gaat ten koste van een relatie. Een goede relatie bestaat uit vertrouwen, respect voor elkaar e.d. Maar is het niet zo dat een goede relatie altijd iets spannends, iets onverwachts, iets nieuws heeft. Met voorspelbaar gedrag bloedt de relatie dood. Zo is het misschien ook tussen veel burgers en de overheid. Doe als overheid iets nieuws, iets bijzonders, verras burgers, laat ze trots zijn. En dan bedoel ik niet zoiets functioneels (hoewel dit ook door velen wordt betwist) als de Betuwelijn maar forse investeringen in kunst-, cultuur-, sport- of architectuurprojecten. Ik hoor u al denken “dat gaat veel geld kosten”. Veel geld is juist, maar of dit onverantwoord is? Laten we eens over de grens kijken.
Valencia heeft iets aangepakt dat de meeste steden in de wereld niet durven: honderden miljoenen euro’s pompen in La Ciudad de las Artes y las Cienias, oftewel de Stad van Kunst en Wetenschap. Er is veel geld geïnvesteerd in gebouwen zonder duidelijke economische functie. Pracht en praal stonden voorop. Wereldfaam was het belangrijkste streven. Geldverspillende grootheidswaanzin? Misschien toch niet. De arme noord-spaanse stad Bilbao investeerde halverwege de jaren negentig tientallen miljoenen in stadsvernieuwing, met als creatief hoogtepunt het Guggenheimmuseum. Sinds het museum in 1997 werd opgeleverd is Bilboa een trekpleister voor mensen uit alle windstreken, met economische welvaart vandien.
Een paar dingen zijn duidelijk. Het stadsbestuur van Valencia is moedig geweest, de kosten gaan voor de baten uit en de Valencianen zijn ontzettend trots op hun stad. Dit is ook een manier om de kloof tussen burger en overheid te verkleinen. Er is wel heel veel durf voor nodig! Wordt het niet eens tijd hiervoor?