Cedris is de branche-organisatie van de sociale werkbedrijven. De ledenvergadering van Cedris heeft in 2009 een branchecode vastgesteld. Daarin is vastgelegd hoe leden zich gedragen naar interne doelgroepen en externe stakeholders en hoe leden handelen ten opzichte van elkaar. Aan de branchecode is een systematiek van collegiale toetsing gekoppeld. Cedris heeft behoefte aan een evaluatie van de huidige praktijk. Enerzijds rond de vraag of de huidige systematiek naar tevredenheid werkt en voldoende oplevert. Anderzijds omdat sociale werkbedrijven met een sterk veranderende omgeving (en dito eisen) te maken hebben die ook de branchecode en systematiek in een nieuw daglicht plaatsen.
De sociale werkbedrijven staan de komende jaren voor de opgave om samen met gemeenten, werkgevers, vakorganisaties en overige instellingen invulling te geven aan de Participatiewet en het sociale akkoord. De sociale werkbedrijven liggen daarbij onder een vergrootglas. Er wordt niet alleen gekeken naar de maatschappelijke prestaties (het doorgeleiden van mensen naar werk) maar vooral ook de finaniciële prestaties en de governance (‘netjes bestuurd worden en werken’).
De branchecode en collegiale toesing kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Het doel van de collegiale toetsing is enerzijds het afleggen van verantwoording (naar de belanghebbenden in de omgeving van SW-bedrijven). Anderzijds moet (het proces van de) toetsing het lerend vermogen van sociale werkbedrijven vergroten en het benutten van elkaars kennis en ervaring bevorderen. Cedris faciliteert de branchecode en praktijk van collegiale toetsing administratief en organisatorisch (waaronder de penvoering van rapportages). Het uitgangspunt is dat de leden om de drie jaar worden beoordeeld op het naleven van branchecode. Inmiddels heeft bijna 80% van de sociale werkbedrijven een collegiale toetsing laten uitvoeren.
Het doel van de evaluatie is bepalen of er voldoende basis en aanleiding is om de in 2009 ingezette lijn door te trekken en zo ja welke verbeteringen in de branchecode, systematiek en facilitering door Cedris dan wenselijk zijn. Op basis van de evaluatie moeten het bestuur en de Algemene Ledenvergadering (ALV) in het vierde kwartaal hierover een besluit kunnen nemen.
Meer specifiek moet de evaluatie een antwoord geven op de volgende vragen:
- Hoe ziet de praktijk rond de branchecode er feitelijk uit?
- Hoe kijken de sociale werkbedrijven en hun omgeving naar de huidige en toekomstige praktijk?
- Wat is het perspectief?
De evaluatie wordt uitgevoerd aan de hand van een bureauanalyse van de reeds uitgevoerde collegiale toetsingen, gesprekken met sociale werkbedrijven, gemeenten en belangenorganisaties en een digitale bevraging van alle sociale werkbedrijven. Momenteel wordt de concept-rapportage opgesteld. De voorlopige bevindingen en denkrichting zijn in oktober in vier regiobijeenkomsten van de leden gepresenteerd. In de algemene ledenvergadering van november wordt het definitieve rapport gepresenteerd en de contouren voor de toekomst geschetst.
Meer informatie:
John Smits