De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) heeft veel teweeg gebracht bij gemeenten. Naast een grote verandering in het wettelijk kader heeft de wet ook geleid tot een herijking van de dienstverlening en bedrijfsvoering van de gemeentelijke taakuitvoering. De gemeente Deventer heeft Pro facto en Arena Consulting gevraagd om een formatie-onderzoek te doen. Dit mede in het licht van de ontwikkelingen die op korte en middellange termijn van invloed zijn op de taken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken).
Op 1 oktober 2010 trad de Wabo in werking. Voor iedere gemeente had dit grote gevolgen voor de uitvoering van de VTH-taken. Niet alleen werd een groot deel van de vergunningplichtige activiteiten vergunningvrij en zijn bevoegdheden tussen overheidslagen verschoven, ook termijnen, procedures, indieningsvereisten, (digitale) indieningsmogelijkheden en bezwaar en beroep wijzigden bij wet. De wetswijziging leidde ook tot een heroriëntatie van de uitvoering. Werkprocessen werden integraler, uitvoeringsniveaus werden vastgelegd, forse investeringen werden gedaan in de automatisering en het vergunningenmanagement kreeg een flinke impuls. Het beter op elkaar laten aansluiten van de diverse disciplines binnen de gemeente leidde tot een integrale en transparante dienstverlening aan burgers en bedrijfsleven.
Maar, we zijn er nog niet. De inwerkingtreding heeft een staartje. Veranderingen in organisatie, processen, automatisering en bovenal cultuur hebben een lange tijd nodig om tot het gewenste effect te leiden. Daarbovenop komt dat het VTH-werkveld volop in beweging blijft met onder meer de vorming van de Regionale UitvoeringsDiensten (RUD’s), de in ontwikkeling zijnde omgevingswet en de kwaliteitscriteria die (nog) als referentiekader dienen.
De gemeente Deventer vroeg naar aanleiding van de recente en toekomstige ontwikkelingen een formatie-onderzoek met de volgende elementen:
- In beeld brengen van de benodigde formatie (norm).
- Vergelijken met de beschikbare formatie (feit).
- Aangeven door welke factoren de verschillen ontstaan.
- Adviezen geven hoe verschillen te overbruggen.
Voor de uitvoering van het onderzoek maken we gebruik van de vier-brillen-benadering. Deze benadering is ontwikkeld om te komen tot een objectieve en evenwichtige analyse. In deze vier-brillen-benadering worden verschillende normstellingen geanalyseerd. Deze normstellingen worden vervolgens vergeleken met de daadwerkelijk aangetroffen situatie.
- Bril ‘Deventer normen’. Normen die door de organisatie zelf worden gehanteerd. Dit kunnen feitelijke of wenselijke normen zijn.
- Bril ‘Referentienormen’. Normen zoals die door gelijksoortige organisaties worden gehanteerd.
- Bril ‘Normen van derden’. Normen zoals die ‘hogere’, ‘toezichthoudende’ of ‘belangenbehartigende’ overheden worden gehanteerd.
- Bril ‘Expertoordeel’. Normen zoals die door de erkende en bekende personen en instituten worden gehanteerd.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Pro facto.
Meer informatie:
John Rayer