In de Nieuwegeinse handhaving (in brede zin, tevens vergunningverlening en toezicht) zijn de laatste jaren flinke kwaliteitsslagen gemaakt. De handhaving van de fysieke omgeving en de handhaving van de openbare ruimte (netheid van de stad) zijn verbeterd. Onder meer het takenpakket is uniform in beeld gebracht, prioritaire taken zijn benoemd, strategieën zijn uitgewerkt en vastgesteld, taken zijn ondergebracht in afdelingen die specifiek op de handhaving zijn ingericht en de capaciteit is zowel kwalitatief als kwantitatief op sterkte gebracht. Voor de handhaving van de fysieke omgeving is het project ‘Gericht handhaven’ het fundament voor deze verandering.
De tussentijdse evaluatie in 2008 ‘Inzicht in bijsturing’ leidde tot de conclusie dat eind 2008 ongeveer 75% van de doelen en taken op adequaat niveau zijn. Zeker gezien de investeringen die gelijktijdig in aanpalende trajecten zijn ingezet, is dit een resultaat om trots op te zijn. Het realiseren van de resterende doelen en taken, alsmede de borging van de kwaliteit op het beheersniveau, zijn tussen 2008 en nu grotendeels gerealiseerd. Dit is geen teken om het ‘rustig aan te doen’. Er komen genoeg nieuwe uitdagingen aan.
Zo staat de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor de deur. Ook hebben veel discussies plaatsgevonden over de vorming van regionale uitvoeringsdiensten. Deze hebben in de provincie Utrecht geleid tot enige overeenstemming tussen de partners in de provincie; zij koersen op de vorming van één regionale dienst op de schaal van de provincie. In samenhang met de discussies over de Wabo en de regionale uitvoeringsdiensten zijn kwaliteitscriteria voor de uitvoering van de vergunningverlenings-, toezicht- en handhavingstaken opgesteld. Door middel van deze criteria worden eisen gesteld aan de kritieke massa, de borging van het proces en de inhoudelijke kwaliteit en prioriteiten van vergunningverlenende, toezicht houdende en handhavende organisaties.
Arena Consulting ondersteunt de gemeente bij het opstellen van een beleidskader voor de omgeving (omgevingsbeleidsplan / beleidskader omgevingsrecht). De behoefte voor en dergelijk integraal beleidskader (fysieke omgeving) is drieledig.
- Het huidige beleidskader ‘Handhaving fysieke veiligheid’ loopt af in 2010. In 2008 werd de oorspronkelijke looptijd (tot 2008) met twee jaren verlengd. Voor de periode na 2010 is een nieuw beleidskader gewenst met een actuele probleemanalyse en prioriteitstelling.
- De veranderende wet- en regelgeving stelt nieuwe eisen aan een beleidskader. Het beleidskader dient te voldoen aan de nieuwe eisen uit met name de Wabo, het Besluit OmgevingsRecht (BOR) en de Ministeriele regeling OmgevingsRecht (MOR), alsmede de kwaliteitscriteria die op basis van de rapportage van KPMG van 3 december 2009 in een apart besluit worden vastgelegd.
- De doorwerking van het huidige beleidskader, aangevuld met nieuwe prioritering, naar de uitvoeringspraktijk verloopt op onderdelen moeizaam. De prioriteiten zijn per beleidsveld opgesteld en missen nog een uniform stramien en abstractieniveau.
In de aanpak van Arena staan twee elementen centraal. Ten eerste de doelgroepenbenadering voor het bepalen van de problemen en prioriteiten. Deze benadering komt voort uit marketingstrategieën, waarbij vanuit een klantperspectief doelgroepen worden benoemd en afhankelijk van de behoeften van de klant, producten en diensten aangeboden worden. . Achterliggend idee is dat voor bepaalde doelgroepen een intensieve regulering / normerende instrumentmix en voor andere doelgroepen een extensieve regulering / signalerende instrumentenmix nodig is om het gewenste naleefgedrag te bereiken. Een tweede centrale element is het onderscheid tussen de instrumenten die ingezet worden voor een minumniveau en de aanvullende instrumenten. Voor het minimumniveau staan de prioriteiten, doelstellingen en uitvoeringswijze redelijk vast voor de periode van vier jaar. Om de flexibiliteit te behouden kan het bestuur jaarlijks andere accenten leggen in prioriteiten, doelen en uitvoeringsintensiteit (aanvullende instrumenten). Dit kan op basis van bestuurlijke opgaven of thema’s. Het ‘minimumniveau’ betreft doorgaans 80-90% van de capaciteit van de taakuitvoering.
Meer informatie:
John Rayer
Marc van den Heuvel
Klik hier voor meer informatie over de gemeente Nieuwegein.