Het behouden van medewerkers is een belangrijk vraagstuk. Het vinden van nieuw talent is weer een hele andere uitdaging. Traineeprogramma’s voor pas afgestudeerden kunnen daarbij een oplossing, maar iedereen vist in die vijver. Het is daarom interessant om ook naar andere mogelijkheden te kijken. We denken daarbij specifiek aan het zogenaamde onbenut arbeidspotentieel. In onderstaand figuur wordt deze groep geduid voor 2018.
Bron: www.arbeidsmarktinzicht.nl
De onderbenutte deeltijdwerkers zijn degenen die meer uren willen werken dan ze nu doen en daarvoor ook op korte termijn beschikbaar zijn. Daarnaast zijn er mensen die op korte termijn beschikbaar zijn, maar niet recent hebben gezocht naar een andere baan. Anderen hebben wel gezocht, maar zijn niet op korte termijn beschikbaar. En ‘last’ maar zeker niet ‘least’ zijn er de werklozen; mensen zonder betaald werk, die recent actief naar werk hebben gezocht én daarvoor op korte termijn beschikbaar zijn. In het onbenut arbeidspotentieel zien we zeker ook kansen in relatie tot de Omgevingswet. Zeker omdat ook zogenaamde ‘soft skills’ steeds belangrijker worden.
Als het gaat om werklozen dan zijn diverse mogelijkheden om hen ‘jobready’ te maken. Gemeenten, het UWV en regionale werkgeversservicepunten zijn daarbij een belangrijke partner. Voor de andere drie groepen, die minstens zo interessant zijn want daar zitten vaak goed opgeleide mensen tussen, is het lastiger. Het is lastiger om hen te vinden en te rekruteren. Dit vraagt om een specifieke aanpak.
Wilt u een keer doorpraten over het planmatig aanboren van het onbenut arbeidspotentieel en het maken van bijpassende leer- en ontwikkelarrangementen? Neem dan contact met ons op.