Dagelijks merken we de gevolgen van de steeds verder ontwikkelende technieken. Met name in de informatietechnologie gaat de ontwikkeling snel: de mogelijkheden lijken ongelimiteerd. De werkzaamheden waaraan we voorheen vele uren besteedden, kunnen momenteel door slimme technieken in enkele seconden of minuten voltooid worden. En dit met dezelfde of mogelijk zelfs hogere kwaliteit. Het bedrijfsleven investeert fors om processen te optimaliseren door slimme toepassingen. Verbetering van de efficiency en de klantgerichtheid is het adagium. Waar blijft de overheid?
Veel gemeenten, provincies en de rijksoverheid stellen ons de vraag hoe ze zich kunnen voorbereiden op de toekomst. Met andere woorden, hoe ziet voor hen de toekomst eruit en hoe kunnen zij hierop anticiperen? Aan glazen bollen hechten we weinig waarde. We grijpen dus naar andere instrumenten om iets zinnigs over de toekomst te zeggen. We volgen technologische, juridische en bestuurlijke ontwikkelingen op de voet, hebben contacten en voeren discussies met de initiators en proberen zelf innovatieve wegen te bewandelen. Omdat ontwikkelingen divers zijn en zo snel gaan, hebben we niet de illusie dat we alles mee krijgen. Maar, op de hoofdlijnen pretenderen we wel zicht te hebben.
Zelf werk ik veel voor gemeenten die hun vergunningverlening, toezicht en handhaving willen professionaliseren. Een veld dat enorm in ontwikkeling is, met name door de veranderende wetgeving (o.a. watervergunning, omgevingsvergunning, integraal toezicht), de transformatie naar een betere dienstverlening (het organiseren van buiten naar binnen) en de efficiencyverbetering door slimme technieken. De toekomst van de vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavende afdelingen ziet er dus heel anders uit. Of toch niet?
De mogelijkheden voor de toekomst zijn legio. Vergunningen worden via internet aangevraagd, worden digitaal behandeld en worden digitaal gepubliceerd. Vragen van burgers en bedrijven worden telefonisch, per e-mail of bij de klant op locatie afgehandeld. Controles worden uitgevoerd door gecertificeerde bedrijven. Toezicht op illegale bouw of sloop vindt plaats vanuit satelliet/luchtfoto’s, obliekfoto’s (luchtfoto’s vanuit een hoek) of cycloramabeelden (360º foto’s). Allemaal mogelijkheden waarvoor het niet meer nodig is dat de behandelende ambtenaren hun bureau aan het Stadhuisplein 1 hebben. Een groot deel van deze activiteiten kan zelfs in Oost-Europa, India of China plaatsvinden. De taakuitvoering kan voor een belangrijk deel footloose worden.
De vraag is in hoeverre deze mogelijkheden ook daadwerkelijk aangegrepen worden? Het bedrijfsleven springt hier actiever dan gemeenten op in. Het opstellen van tekeningen en constructieberekeningen wordt nog maar zelden door de aanvrager zelf gedaan en vindt meer en meer in het buitenland plaats. Met name vanuit het perspectief van specialisatie/kwaliteit en efficiency geredeneerd. Bij de overheid wordt hier anders tegenaan gekeken. De menskracht dient met name in eigen huis ondergebracht te zijn en de organisatie stuurt op korte termijn successen: vermindering van het aantal klachten, bezwaar- en beroepsprocedures en het voldoen aan kwaliteitscriteria (tweedelijns toezicht) die door andere overheden worden uitgevoerd. Inzet van instrumenten om strategisch beleid te realiseren en de organisatie op langere termijn efficiënter in te richten delven hiervoor het onderspit. Terwijl we aan de vooravond van de footloose overheid kunnen staan met alleen de frontofficetaken aan het Stadhuisplein.