Samen Organiseren
De afgelopen jaren is de overtuiging gegroeid dat gemeenten meer en intensiever moeten samenwerken, processen eenduidig inrichten en dat zij meer moeten aansturen op realisatie en gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen. Het streven is dat gemeenten zaken waarop zij zich niet onderscheiden gezamenlijk of collectief gaan doen. Bij de invoering van de Omgevingswet wordt nadrukkelijk gekeken hoe collectivisering de gemeenten kan ontzorgen en kan bijdragen aan een efficiënte en effectieve in- en uitvoering van de wet.
Digitaal Stelsel Omgevingswet
Om ervoor te zorgen dat alle gebruikers (lees burgers, bedrijven en overheden) goed kunnen werken naar letter en geest van de Omgevingswet wordt het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) ontwikkeld. De Landelijke Voorzieningen leveren de basisvoorzieningen voor de uitvoering van de Omgevingswet. Denk hierbij aan een loket waar de gebruikers kunnen checken of een vergunning nodig is en een aanvraag kunnen indienen, een voorziening om met een klik op de kaart de geldende regels op een locatie te kunnen tonen, et cetera. Onder de ‘motorkap’ zijn verschillende componenten nodig zoals standaarden om omgevingsdocumenten uit te wisselen en te publiceren, afspraken over harmonisatie van begrippen of complexe juridische teksten omzetten naar begrijpelijke regels. Op 1 juli 2019 zijn de Landelijke Voorzieningen ‘productierijp’ en kunnen gemeenten en ook softwareleveranciers oefenen, testen en aansluiten om klaar te zijn als de wet wordt ingevoerd op 1 januari 2021. Na 1 januari 2021 worden de Landelijke Voorzieningen verder doorontwikkeld en uitgebreid met functionaliteiten.
Het DSO is niet alleen Landelijke Voorzieningen. Het DSO is een – open – stelsel waar gemeenten (en rijk, provincies, waterschappen) ook gezamenlijke voorzieningen kunnen realiseren. Dit geldt ook voor marktpartijen zoals softwareleveranciers. Voorwaarde is dat de spelregels van het DSO worden gevolgd.
Gemeentelijke collectieve voorzieningen
Gemeenten ontwikkelen samen de collectieve voorzieningen die voor gemeenten nodig zijn. Door samen, bij voorkeur met de markt, te ontwikkelen, te leren en te delen besparen gemeenten tijd, kosten en capaciteit. Collectieve voorzieningen worden hierbij ‘breed’ benaderd en kunnen betrekking hebben op verplichtende afspraken, een uniforme werkwijze, collectieve inkoop, centrale IT-functionaliteit of een uitvoeringsdienst die werkzaamheden namens gemeenten uitvoert.
Welke collectieve voorzieningen lijken kansrijk?
In de loop van 2018 en 2019 wordt duidelijk welke collectieve gemeentelijke voorzieningen nodig en haalbaar zijn. Door gemeenten en de VNG wordt hieraan gewerkt. Maar eerlijk is eerlijk, finale besluiten zijn nog niet genomen. De volgende gemeentelijke collectiviteiten lijken kansrijk:
- Voorziening om als gemeente zelf toepasbare regels te kunnen maken
- Collectieve aanbesteding van VTH- en Omgevingbeleidsoftware
- Tools om als gemeente met keten- en uitvoeringspartners te kunnen samenwerken aan omgevingsplannen en vergunningen
- Gestandaardiseerde en geharmoniseerde gemeentelijke begrippen en definities
Maar wat moet ik als gemeente nu doen?
De informatievoorziening is een belangrijke voorwaarde maar niet de grootste opgave in de voorbereiding op de Omgevingswet. Dit ligt toch echt op het terrein van een andere manier van werken en ervaring opdoen met de nieuwe instrumenten. Het gemeentelijke ambitieniveau ten aanzien van de veranderopgave, het dienstverleningsniveau en de interne (proces)organisatie zijn leidend voor de inrichting van de informatievoorziening (en niet andersom). Daarnaast is de informatievoorziening van zowel het landelijke deel (DSO-LV) als het collectief gemeentelijk deel (DSO-CG) nog niet op alle onderdelen even duidelijk en opgeleverd. Kortom, best nog wel veel onzekerheden. Maar wat dan te doen? Een 4-tal werklijnen:
- Analyseer de huidige gemeentelijke informatievoorziening en breng de basis op orde voor wat betreft gegevensmanagement. In feite staat dit los van de Omgevingswet en is daarmee sowieso een zinvolle (structurele) activiteit. Zie hiervoor de VNG-checklist.
- Vertaal de gemeentelijke ambities voor de Omgevingswet naar de opgaven voor informatievoorziening. In de huidige praktijk hebben gemeenten de implementatiesporen voor de Omgevingswet vooral naast elkaar georganiseerd. Het is zaak om de verbinding te leggen zodat concreet wordt wat de gevolgen voor informatievoorziening zijn bij bepaalde beleidskeuzes (bijvoorbeeld wanneer wil je als gemeenten een omgevingsplan nieuwe stijl hebben?
- Neem geen onomkeerbare besluiten als het gaat om (ver)nieuwing van software. Stimuleer je leverancier(s) tot actieve ontwikkeling conform eisen en standaarden van het DSO en neem bij eventuele contractuele afspraken op dat de leverancier zorgdraagt dat de software voldoet aan de meest actuele eisen en standaarden van de Omgevingswet.
- Volg de ontwikkelingen (al dan niet regionaal) de ontwikkeling van de collectieve voorzieningen (zowel bij de Landelijke Voorzieningen als bij collectief gemeentelijke initiatieven). Doe eventueel mee aan pilots en praktijkproeven. Zie hiervoor de VNG-site
Voor de meeste gemeenten (m.u.v. wellicht de vooroplopende – grote – gemeenten) is het devies “wees planmatig en integraal voorbereid, ben op de hoogte wat er speelt en onderneem actie als dat volgens je eigen ambitie nodig is en ook beschikbaar is vanuit het DSO i.c. leveranciers”.
Meer informatie: Frank van Nijkerken