Leidt de Omgevingswet tot een hernieuwde discussie over het takenpakket en de positie van Omgevingsdiensten (OD’s)? Het zou zo maar kunnen. Maar wat is de situatie anno 2017? Arena Consulting onderzocht de aard en omvang van het takenpakket van de OD’s in Nederland. In een aantal korte publicaties informeren we u hierover. In de eerste publicatie gingen we in op het takenpakket van omgevingsdiensten in relatie tot de Omgevingswet. In deze – tweede – publicatie gaan we in op de gemeentelijke bouwtaken en in welke mate deze door Omgevingsdiensten worden uitgevoerd. In de volgende publicaties staan we stil bij in ieder geval de omzet, de ontwikkeling, het toekomstperspectief van OD’s.
Laat ons weten als u vragen, opmerkingen of toevoegingen heeft. Dan verwerken we dit in de komende publicaties.
Lees hier deel 1 van het artikel – De Omgevingswet en het huidige takenpakket van Omgevingsdiensten
Lees hier deel 3 van het artikel – De Omgevingswet en de omzet van Omgevingsdiensten
Slechts 5% van de gemeentelijke bouwtaken wordt door Omgevingsdiensten uitgevoerd
In de eerste publicatie constateerden we dat er grote verschillen bestaan in het takenpakket van de Omgevingsdiensten (OD’s) en stonden we stil bij de vraag of dit erg is. De helft van alle OD’s zijn vooral milieudiensten. De andere helft verrichten ook de overige Wabo-taken en/of provinciale VTH taken (op terrein van natuur, water e.d.). Slechts drie OD’s kunnen zich – op basis van het takenpakket – volledige Wabo-brede Omgevingsdiensten noemen. 15% van de Nederlandse gemeenten heeft naast de VTH-milieutaken ook de overige VTH-Wabo-taken (in het bijzonder de VTH-bouwtaken) aan de OD opgedragen. Wat voor type gemeenten hebben dit gedaan?
- De grote steden als Amsterdam, Arnhem, Dordrecht en Nijmegen.
- Een beperkt aantal middelgrote gemeenten (o.a. Gouda, Ede, Wageningen).
- Voor de rest de kleine gemeenten
Hierin is moeilijk een patroon uit af te leiden. In geval van Amsterdam, Dordrecht en Gouda hadden zij hun taken al bij de regionale milieu- en bouwdienst ondergebracht voordat de oprichting van de OD een verplichting werd. Dit geldt niet voor de gemeenten Arnhem, Nijmegen, Ede en Wageningen. Deze gemeenten maken deel uit van de OD’s die samen het Gelders Stelsel vormen. Blijkbaar gaat hiervan een stimulerende werking uit als het gaat om ook Wabo-brede taken in te brengen.
Er leeft nog wel eens het beeld dat veel gemeenten hun bouwtaken bij de OD’s hebben belegd. Dat valt dus wel mee (of tegen, afhankelijk hoe je dit waardeert). Zeker als je rekening houdt met gegeven dat van in totaal 59 ook de gemeenten in de netwerk RUD Limburg Noord zijn meegenomen; in deze regio vindt onderlinge uitwisseling van taken of capaciteit plaats indien hier noodzaak toe is. De VTH-Wabo-taken (dit dus breder dan alleen de bouwtaken) maakt 8% uit (€ 36 mln) van de totale omzet van de OD’s in Nederland.
Even een grove berekening. Stel, de OD’s voeren voor € 25 mln aan bouwtaken uit. De bouwleges bedragen € 390 mln. Niet alle bouwtaken mogen worden bekostigd uit de bouwleges en de leges zijn niet in alle gemeenten 100% kostendekkend. Laten we dan aannemen dat de omvang van de gemeentelijke bouwtaken ongeveer € 500 mln is. Volgens deze berekening wordt dan 95% van de bouwtaken door gemeenten uitgevoerd en slechts 5% door de OD’s.
Geen groei in gemeentelijke taken van OD’s
Misschien was in de afgelopen jaren juist een toename van het aantal gemeenten dat hun bouwtaken heeft ingebracht in de OD? Deze ontwikkeling is echter niet te zien. Op een enkele uitzondering na, is het gemeentelijke takenpakket van de OD’s niet gewijzigd sinds de oprichting. Dit heeft te maken met:
- De ruimte en het sentiment waren niet aanwezig. Veel OD’s hadden de (noodzakelijke) focus op het op orde krijgen van de interne organisatie. Er was veel ‘intern’ werk te doen; qua financiën (sluitende begrotingen), bedrijfsprocessen en informatievoorziening (adequate registraties en zaakgericht werken), qua personeel (‘cultuurvorming’), het komen tot een stabiel governance model (rol en positie directie/bestuur, invulling opdrachtgeverschap en accountmanagement).
- Het achterwege blijven van de wettelijke verplichting van de kwaliteitscriteria kritieke massa voor alle Wabo-VTH-taken heeft de discussie over ook ‘uitplaatsen’ van bouwtaken doen verstommen.
- De pas op de plaats die is gemaakt als gevolg van onzekerheid en onduidelijkheid over toekomstige wetgeving. De Wet private kwaliteitsborging “bleef hangen” (en inmiddels niet door de 1e Kamer aangenomen) en gemeenten hebben nog geen grip op wat de Omgevingswet voor het takenpakket en de rol van de OD’s betekent.
Gaat het takenpakket van de OD’s veranderen met de Omgevingswet?
Ja, dat is wel de verwachting als het gaat om de wijze waarop de taken moeten uitgevoerd; er moet een omslag van taakgericht naar resultaatgericht plaatsvinden. Adviseren i.p.v. autonoom uitvoerend, beleidssensitief ipv beleidsneutraal, maatwerk ipv uniformiteit zijn hierbij de richting.
Ja, er komt een verschuiving in het takenpakket omdat expliciete toestemmingsvereisten (vergunningen) steeds minder nodig zijn. Toezicht en handhaving zal een zwaarder accent krijgen.
Of het takenpakket ook uitgebreid gaat worden met extra gemeentelijke taken, bijvoorbeeld bouwtaken, valt nog te bezien. Het zal sterk afhangen of de OD’s de huidige dienstverlening op orde te hebben, of de wet private kwaliteitsborging nog een vervolg krijgt en in hoeverre OD’s in staat zijn aan te haken bij ‘het gemeentelijk VTH-proces van de Omgevingswet’ en daarbij behorende vaardigheden. Uitvoering VTH-bouwproces vraagt immers een fundamenteel andere werkwijze dan een VTH-milieuproces. En de Omgevingswet doet daar nog eens een schepje bovenop.