De meeste omgevingsdiensten hebben hun lustrum gevierd. Nu de opstart- en opbouwperikelen achter de rug zijn, dient de Omgevingswet zich aan. Hierdoor verandert de rol en positie van de Omgevingsdiensten. Voldoende reden om na te denken over de toekomstige koers. Arena begeleidt Omgevingsdiensten hierbij.
De vier strategische opgaven die wij signaleren, lichten wij in dit artikel kort toe. Een verdere uitwerking volgt nog in de slotpublicatie, onderdeel van de vierluik over Omgevingsdiensten en Omgevingswet.
-
Zorgen voor nabijheid
Bij de oprichting van de Omgevingsdiensten verzuchtte menig bestuurder dat de afstand tot de eigen organisatie te groot zou worden. Deze zorg werd veelal weggewimpeld, het zou een kwestie van organiseren zijn. Precies, dat is het ook. Maar bij veel Omgevingsdiensten is nabijheid er wel bij ingeschoten. Het is onderschat. De aandacht was vooral gericht op de eigen organisatie, de boel op orde krijgen. Als je professionals in een ander gebouw zet dan moet je extra maatregelen nemen om de verbinding met je opdrachtgevers en partners te houden. Het alleen instellen van accountmanagers is onvoldoende. Nabijheid gaat niet alleen om structuur maar ook om cultuur. Zeker met de Omgevingswet moeten de Omgevingsdiensten dichter tegen de opdrachtgevers aankruipen, sensitiever en pro-actiever worden. En dat voor alle niveaus; bestuurlijk-, management- en uitvoerend niveau.
-
Beleid en uitvoering verbinden
Omgevingsdiensten zijn van de uitvoering. Deze is de afgelopen jaren sterk geprofessionaliseerd en uniform gemaakt. Veelal met het doel om een betrouwbare en efficiënte dienstverlening te bieden. Er worden jaarlijks programma’s met opdrachtgevers afgesproken waarin de productie en inzet zijn vastgelegd. De Omgevingsdiensten -en vooral haar opdrachtgevers- zitten nog te veel in de bedrijfsvoeringhoek. Neem bijvoorbeeld de doelen in het VTH-beleid: ‘inrichtingenbestand op orde’ en ‘vergunningen actueel’. Allemaal intern gericht. Waar het om moet gaan, is duidelijk maken welke bijdrage aan de inhoudelijke ambities van de opdrachtgevers wordt geleverd. Het lijkt mij niet dat dit 50 controles per jaar zijn. Omgevingsdiensten moeten het effect van hun uitvoering inzichtelijk maken, moeten relevant zijn in maatschappelijke thema’s, moeten de inzet van het VTH-instrumentarium vernieuwen. Dit alles past onder de kop van ‘verbinden van de uitvoeringscyclus met de beleidscyclus’.
-
Relevant zijn in maatschappelijke thema’s
We streven een omgeving na waarin grondstofvoorraden niet worden uitgeput en waarin reststoffen volledig opnieuw worden ingezet. Het rijk, de provincies en gemeenten maken plannen op het terrein van energietransitie, klimaatadaptatie en circulaire economie. In de uitvoering van deze plannen kunnen en moeten de Omgevingsdiensten een belangrijke rol spelen. Niet iedere omgevingsdienst heeft op dit moment de ruimte van haar opdrachtgevers om dit te doen. Dan is het zaak -met een eigen investering- om als omgevingsdienst te laten zien wat je hierin kan betekenen. Laat zien hoe het VTH-instrumentarium kan worden ingezet om de doelstellingen voor energie, klimaat en circulaire economie te realiseren. Toon aan hoe een grote groep bedrijven kan worden bereikt, hoe niet wettelijke maatregelen kunnen worden afgedwongen, wat vergunningenactualisatie kan betekenen. Laat zien dat de omgevingsdienst meer is dan ‘uitvoeringsfabriek’.
-
Digitaal verbinden
Omgevingsdiensten zitten op enorm veel data en hebben de kennis om data van derden te ontsluiten. Het wordt nu echt tijd dat deze data daadwerkelijk wordt gebruikt. In de eigen uitvoering maar ook in het ontsluiten en delen met opdrachtgevers, inwoners en bedrijven. Investeer in geografische informatie, maak kaarten -al dan niet in 3D-, ontsluit en combineer data. De technische mogelijkheden zijn geen belemmering meer. Het gaat om het onderkennen van de kansen en de noodzaak om door te groeien naar een informatie-gestuurde organisatie.
Contact
Wilt u ook ondersteuning bij het bepalen van uw toekomstige koers? Of wilt u meer informatie over de vier strategische opgaven die wij signaleren? Neem contact op met adviseur Frank van Nijkerken (06-15093003).