De Omgevingswet vraagt om een andere manier van denken. Dat klinkt als een ‘deja vu’. Waar hebben we dit eerder gehoord?
O ja, dat was bij de invoering van de grote decentralisaties in het sociaal domein op het gebied van wmo, jeugdzorg, participatie en passend onderwijs. En bij de organisatorische kanteling van vele overheidsorganisaties waarin diensten verdwenen en netwerkorganisaties ontstonden. En bij het ontstaan van programma- en zelfsturende teams.
Mensen moeten opgaven realiseren
Aan de tekentafel waren ook deze ontwikkelingen allemaal goed doordacht en wist iedereen dat het ging om ‘een andere manier van denken’. De praktijk bleek weerbarstiger. De bouwtekeningen bleken namelijk vooral van de inhoudelijke en financiële opgaven uit te gaan. Uiteraard zijn die belangrijk, maar het zijn mensen die deze opgaven moeten realiseren. Zij moeten anders leren denken. En er was te weinig tijd genomen om ook de mensen die het moeten doen klaar te stomen voor de aanstaande veranderingen.
Organiseer handelingsruimte voor professionals
Een belangrijk element van de ‘andere manier van denken’ is dat er integraal moet worden gedacht en gewerkt. Dus niet alleen vanuit je eigen opdracht en (deel)belang, maar vanuit het belang van mensen met een ondersteuningsbehoefte. Dit vraagt om handelingsruimte van professionals. Zij moeten (tijdelijk) hun eigen opdracht en (deel)belang opzij kunnen schuiven als een casus hier om vraagt. Deze handelingsruimte moet worden georganiseerd. Hiervoor is het belangrijk dat het collectieve doel helder wordt benoemd, dat er een integrale opdracht wordt verstrekt, dat rollen en taken helder worden beschreven en dat er ruimte komt om de eigen doelen en belangen (tijdelijk) anders te prioriteren. De praktijk is nog teveel dat professionals in het sociale domein een dubbele sturing ervaren: enerzijds op het behalen van het collectieve en integrale doelen en anderzijds op de sectorale doelen worden benoemd.
Zorg voor heldere beslislijnen
Bij het organiseren van de handelingsruimte is het ook essentieel dat in de besluitvorming alle (deel)belangen aan bod komen en dat de beslislijnen helder zijn. De integraliteit moet zijn geborgd en iemand moet de knoop door kunnen en mogen hakken. Ingewikkelde casussen doorkruisen de portefeuilles van verschillende bestuurders en afdelingen. Onduidelijk was (en is op veel plaatsen nog steeds) wie er integrale besluiten kan nemen. Dat leidt tot trage besluitvorming of tot (suboptimale) deelbesluiten waar een inwoner met een ondersteuningsbehoefte niet altijd baat bij heeft.
Tot zover een korte schets van enkele observaties die we hebben gedaan in het sociaal domein. We zien duidelijke parallellen met de Omgevingswet. Dit is ook een grote transformatie. Ook hier verandert het juridisch kader en horen we veelvuldig dat men ‘anders moet gaan denken’. Bij de Omgevingswet gaat het ook om geoliede samenwerking tussen mensen binnen en buiten dezelfde organisatie, om het stimuleren van inwoners en om ‘loslaten in vertrouwen’. Het gaat om partnerschap en om empowerment van inwoners. Dit is allemaal algemeen bekend.
Maar hoe voorkom je nu een ‘deja vu’?
Het geven van een antwoord op de onderstaande vragen kan daar bij helpen:
- Hoe stoom ik mijn medewerkers en de inwoners van mijn stad/regio klaar voor de Omgevingswet?
- Welke aanvullende kennis en vaardigheden hebben zij nodig?
- Zijn er wellicht nieuwe of meer regisseurs nodig?
- Is er handelingsruimte voor professionals?
- Hoe komen integrale afwegingen tot stand?
- Zijn de beslislijnen helder?
- Is er een heldere dienstverleningsvisie?
- Hoe betrek je inwoners tijdig?
- Hoe stimuleer je dat inwoners zelf de handschoen oppakken?
- Oftewel, wat kun je leren van de andere grote transities zoals die in het sociaal domein?
Van ‘deja vu’ naar ‘nouveau voir’
Het succes van een goede invoering van de Omgevingswet 2022 vraagt natuurlijk om een goede visie, de juiste financiële juridische kaders en goede instrumenten. Dat staat buiten kijf. Maar om echt impact te kunnen maken is een goed doordacht antwoord op bovenstaande vragen een goed beginpunt. Als dat lukt dan kan het gevoel van ‘deja vu’ veranderen in een nieuwe manier van denken én kijken, oftewel in een ‘nouveau voir’.
Wilt u hier over doorpraten? Neem contact op met Ronald van den Boom (06-51054079) of Marc van den Heuvel (06-52002510)