Deze pagina is onderdeel van Intergemeentelijke samenwerking: Bouwstenen.
Een bestuursovereenkomst is een lichte juridische vorm van intergemeentelijke samenwerking. Er wordt niet gekozen voor een afzonderlijk bestuur. In de regeling worden afspraken vastgelegd over overleg, afstemming en besluitvorming over de bevoegdheden, waarvoor een bestuurlijk overlegplatform in het leven wordt geroepen.
Het is wel zo dat een bestuursovereenkomst geen orgaan heeft welke zelfstandig rechtshandelingen kan plegen. Artikel 1, lid 1 Wgr wordt beschouwd als de juridische grondslag voor deze regelingen. Een dergelijke regeling is dus te omschrijven als een overeenkomst tussen bestuursorganen van twee of meer gemeenten, aangegaan op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waarbij geen gemeenschappelijk orgaan, centrumgemeente of openbaar lichaam in het leven wordt geroepen. Op basis van de genoemde overeenkomst worden géén publiekrechtelijke bevoegdheden overgedragen, zoals bijvoorbeeld een juridische vorm zoals aangegeven in art. 8, lid 2 van de Wgr (gemeenschappelijk orgaan) en/of artikel 8, lid 3 van de Wgr (centrumgemeenteconstructie). Controle op de taakuitoefening vindt plaats vinden door prestaties af te spreken.
De sturingsmogelijkheden voor opdrachtgevende gemeenten zijn relatief groot. De regeling kan goed worden gebruikt om publiekrechtelijke rechten en plichten van de ondertekenaars vast te leggen. In deze lichte regeling vindt geen delegatie van bestuursrechtelijke bevoegdheden plaats. De bevoegdheden van de beide raden blijven derhalve volledig in takt. Het is mogelijk aanvullend op de bestuursovereenkomst beslissingsbevoegdheden op te dragen door middel van een apart mandaatbesluit. Dit houdt in dat de uitvoeringsorganisatie ‘in naam van een bestuursorgaan’ besluiten kan nemen.
Ervaringen met bestuursovereenkomsten
- De gemeenten De Marne en Winsum hebben in juni 2005 in de vorm van een bestuursoverenkomst een gemeenschappelijke afdeling Sociale Zaken ingericht. Op grond van onderzoek en ervaring werd algemeen in den lande aangenomen, dat samenwerking op het terrein van de uitvoering van de Wet werk en bijstand c.a. een meerwaarde heeft ten opzichte van uitvoering in eigen huis. Dit geldt met name voor de kleinere gemeenten. Als voordelen gelden vooral, dat:
- de kwetsbaarheid van de afzonderlijke organisaties afneemt en daarmee het continuïteitsrisico;
- een betere kwaliteit en resultaat van de dienstverlening kunnen worden bereikt, omdat de mogelijkheden van professionalisering toenemen (specialisten en generalisten);
- efficiencyvoordelen gemakkelijker worden gerealiseerd;
- de marktpositie wordt versterkt, hetgeen zal leiden tot een betere inkoop tegen scherpere prijzen en met een betere garantie voor succesvolle trajecten voor de cliënten.