Onder handhaving verstaan we alle handelingen die de naleving bevorderen. Daarbij maken we onderscheid in vier manieren van optreden, die in de praktijk in vrijwel alle beleidsvelden gecombineerd worden ingezet.
- Preventief optreden
- Repressief optreden
- Correctief optreden
- Gedogen
Voor al het preventief en repressief toezicht geldt dat het bevoegd gezag keuzen kan maken in:
- de diepgang van het toezicht. Een keuze kan gemaakt worden om op alle aspecten binnen een beleidsveld toezicht te houden, of te focussen op de aspecten die op grond van vastgesteld beleid prioriteit hebben gekregen.
- de breedte van het toezicht. Een keuze kan gemaakt worden om het toezicht te organiseren per beleidsveld (zogenaamde aspectcontroles) of integraal toezicht uit te voeren over meerdere beleidsvelden heen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in:
- controleren met elkaar,
- controleren na elkaar,
- controleren voor elkaar en
- signaleren voor elkaar.