Criteria voor de Kritieke massa
Met de kwaliteitscriteria voor kritieke massa kan een antwoord gegeven worden op de vraag of een organisatie in principe in staat is om de taken en onderliggende operationele activiteiten uit te voeren, gegeven de minimaal benodigde deskundigheid (opleiding, ervaring en kennis) voor de uitvoering van deze taken en de continuïteit daarvan.
Voor een gedetailleerde uitwerking van de spelregels en uitgangspunten verwijzen wij u naar hoofdstuk 3 van deel A en hoofdstuk A van Deel B. Hierin zijn de gedetailleerde deskundigheidstabellen voor kritieke massa opgenomen.
De criteria voor de kritieke massa zijn opgebouwd uit onderstaande deskundigheden.
- A1. cluster generieke deskundigheden
- 1.1 Casemanagen enkelvoudig
- 1.2 Casemanagen meervoudig
- 1.3 Vergunningverlening bouwen
- 1.4 Toezicht en handhaven bouwen
- 1.5 Vergunningverlening milieu
- 1.6 Toezicht en handhaven milieu
- 1.7 Ketentoezicht
- A2. cluster juridische deskundigheden (incl. BOA’s)
- 2.1 Behandelen juridische aspecten handhavingszaken
- 2.2 Behandelen juridische aspecten vergunningverlening
- A3. cluster Specialistische deskundigheden
- 3.1 Afvalwater (indirecte lozingen)
- 3.2 Bodem en bouwstoffen
- 3.3 Bouwfysica
- 3.4 Brandveiligheid
- 3.5 Constructieve veiligheid
- 3.6 Externe veiligheid
- 3.7 Geluid bouwakoestiek
- 3.8 Geluid milieu en ruimtelijke ordening
- 3.9 Groen en ecologie
- 3.10 Lucht
- 3.11 Monumentenzorg
- 3.12 Sloop en asbest
- Tijdens de consultatie van de nieuwe versie van de Kwaliteitscriteria is het deskundigheidsgebied Energiebesparing en duurzaamheid toegevoegd.
Criteria voor Borging proces
De procescriteria beschrijven de eisen die gesteld worden aan de beleidscyclus. Door de criteria te volgen wordt de cyclus die begint met het opstellen van het beleid (het strategisch beleidskader) en via de uitvoering uiteindelijk leidt tot het bijstellen van het beleid gesloten. De Bevoegd Gezag organisaties dienen aan deze criteria te voldoen. Zie ook hoofdstuk 5 van deel A. De kwaliteitscriteria voor het proces zijn uitgewerkt in hoofdstuk B van Deel B.
- B1. cluster rapportage en evaluatie
- 1 Verantwoording van inzet, prestaties en resultaten
- 2a Probleemanalyse vergunningverlening
- 2b Probleemanalyse toezicht en handhaving
3 Vergelijking en auditing
- B2. cluster strategisch beleidskader
- 4a Vergunningverlening: prioriteitenstelling en meetbare doelstellingen
- 4b Toezicht en handhaving: prioriteitenstelling en meetbare doelstellingen
- 5 Vastleggen van benodigde capaciteit in de begroting
- 6 Vastleggen van benodigde financiële middelen in de begroting
- B3. cluster operationeel beleidskader
- 7a Vergunningverlening: strategie vergunningverlening
- 7b Toezicht en handhaving: nalevingsstrategie
- 8a Beleid ruimtelijke ordening
- 8b Toezicht en handhaving: toezichtstrategie
- 9a Vergunningverlening; objectieve criteria
- 9b Toezicht en handhaving: sanctiestrategie
- 10 Toezicht en handhaving: gedoogstrategie
- B4. cluster planning & control
- 11 Borging personele en financiële middelen
- 12 Uitvoeringsprogramma voor vergunningverlening en handhaving
- 13 Organisatorische condities
- 14 Kwaliteitsborging
- B5. cluster voorbereiden
- 15a Vergunningverlening: protocollen en werkinstructies
- 15b Toezicht en handhaving: protocollen en werkinstructies
- 16 Interne en externe afstemming
- 17 Protocollen voor communicatie, informatiebeheer en informatieuitwisseling
- B6. cluster uitvoeren
- 18 Uitvoeringsondersteunende voorzieningen
- B7. cluster Monitoren
- 19 Monitoren
- 19a Vergunningverlening: elementen waarop monitoring gericht is
- 19b Toezicht en handhaving: elementen waarop monitoring gericht is
Inhoudelijke criteria
Om de criteria voldoende robuustheid mee te geven is er voor inhoud en prioriteiten een inhoudelijke ondergrens vastgesteld. De kwaliteitscriteria voor de inhoudelijke kwaliteit en prioriteiten zijn verwerkt en nader gespecificeerd in de procescriteria tabellen als opgenomen in hoofdstuk C van Deel B.
- C1 Inhoudelijke elementen probleemanalyse, beleid, strategie en (uitvoering) programma
- C2 Toets- en toezichtprotocol
- C3 Wijze van toezicht ter plaatse
- C4 Landelijke sanctiestrategie
- C5 Landelijke prioriteiten
Output en outcome gerichte criteria
Op 16 november 2010 is door de VNG de rapportage ‘Eindrapport Output en Outcome gerichte kwaliteitscriteria; Ontwikkeling van prestatie indicatoren – Prestatie indicatoren voor ontwikkeling‘ gepresenteerd. Doordat de kwaliteitscriteria 2.1 niet voldeden aan de behoefte van het lokale bestuur, zijn output- en outcome-criteria gedefinieerd. Deze VNG criteria zijn complementair aan de KPMG-criteria.
Bij het maken van vergunningen, het houden van toezicht en het handhaven gaat het uiteindelijk om het effect voor de maatschappij (outcome). Dat effect wordt bereikt via bepaalde maatregelen c.q. activiteiten (output). Om die maatregelen goed uitgevoerd te krijgen heb je een goed werkproces nodig (proces en throughput). Om het proces goed te laten verlopen heb je de juiste mensen en voldoende middelen nodig (input).